
geschiedenis
Het Duitse DAM ontwikkelt in 1937 de eerste prototypes van een werpmolen, en de productie start in 1939. Na WO2 zal DAM vanaf 1948 volop hengelmateriaal produceren en mee surfen op de golf van het Wirtschaftswunder. Het is de start van de gouden jaren in West-Europa en Noord-Amerika: de werkende klasse begint eindelijk goed geld te verdienen en er ontstaat een enorme markt voor hobby gerelateerde goederen. Overal zien we hengelsportfabricanten op de kar springen en er worden gouden zaken gedaan. Deze periode eindigt de facto met de oliecrisis (1974) en vanaf dan wordt het economisch steeds moeilijker om in het Westen goederen te produceren. Zowat alle Europese en Amerikaanse fabricanten moeten het afleggen tegen de Aziatische competitie en gaan voor de bijl. Vele topmerken verdwijnen definitief, de anderen worden opgekocht door grote concerns die enkel aan winst denken. Van het oorspronkelijke bedrijf blijft dan typisch alleen de merknaam over. Er zijn op dit ogenblik slechts twee merken die zichzelf zijn gebleven en nog echt in Europa produceren: het Franse BAM (molens en reels) en het Italiaanse Everol (reels). Al de andere merken zijn retailers geworden die hun spul ergens in het verre Oosten laten maken.
de wonderjaren
Eind jaren 70 luiden de doodsklokken over de Europese hengelsportindustrie, maar vreemd genoeg (en een beetje cynisch) kunnen we stellen dat dit ook de start is van de wonderjaren op het vlak van innovatie en kwaliteit. De logica van de toenmalige managers was duidelijk: “de enige mogelijkheid om in leven te blijven is de kwaliteit opdrijven naar een niveau dat ze in Japan en Korea (van China was toen nog geen sprake) nooit kunnen bereiken. Uiteindelijk wint de beste”. Deze redenering heeft de beste molens en reels ooit voortgebracht, maar was in de moderne consumptiemaatschappij natuurlijk tot mislukken gedoemd… Conclusie: wie “old school” denkt en de absolute top zoekt in een reel of molen kijkt best naar deze periode. Met een beetje geluk kan je een topper vinden aan een fractie van de prijs die je tegenwoordig voor een goede Jap of Chinees betaalt. Zoek bijvoorbeeld naar de laatste lichtingen van de Mitchell 498 (Pro/Tournament/Special/Africa/Millenium), periode 1986-2001. Voor Abu is dat de Suveran, en voor DAM de 1001-5001 reeks begin jaren 80.
de DAM Quick 5001
De molen van dit artikel is de grootste uit een reeks die in 1982 gelanceerd werd. Het was een ultieme poging bij DAM om het tij te doen keren. De Quicks in deze reeks zijn quasi identiek en verschillen enkel in grootte. De grootste is de 5001, bedoeld als full-size werpmolen voor het zwaarste werk. Enkele cijfers: gewicht = 775 gram, overbrenging 1/4 (91cm) of 1/2,5 (57cm), lijncapaciteit=400m 40/100. Kan dus zeker meedoen met de big boy’s zoals de Mitchell 498, Daiwa GS 9 en Luxor/Crack Saumon Mer.

demontage/montage
Het ontwerp van de 5001 is typisch DAM, en dit is toch wel speciaal. We starten met het uitnemen van de spoel. Deze is zwaar uitgevoerd en van het overkappende type. De slipdop is prima afgeveerd en geeft zeer progressief druk aan het drag-systeem. De slip/drag van de Quick 5001 is voor die tijd zeer vooruitstrevend: in plaats van een stack kleine slipschijven zijn er twee grote remschijven: één boven en één onderaan de spoel. Deze slip is ook naar hedendaagse maatstaven bijzonder performant.



Typisch DAM Quick is het molenhuis met aan beide zijden een soort insert-dekseltje. Aan de slingerzijde zitten 3 vijzen die alles vasthouden. Als we deze vijzen verwijderen houden we best deze delen nog even stevig vast.

Molenhuis en slinger nog steeds vasthoudend verwijderen we het dekseltje aan de andere zijde. Indien we de carter wat willen bijsmeren volstaat dit als demontage. Indien we verder willen gaan verwijderen we ook het grote deksel aan de rechterzijde.






Nu gaan we de rotor demonteren. Deze bevat het mechanisme om de beugel dicht te klappen na de worp. Dit kan zowel gewoon met de hand of door aan de slinger te draaien. Tevens is de Quick voorzien van een beugelrem. Deze verhindert dat tijdens de worp de beugel dichtklapt. We hebben zelfs de keuze uit drie standen om deze beugelrem af te stellen. De veer van de rem wordt op één van drie pennetjes geschoven. De linkse (“L” voor lage remkracht), de middelste (“M” voor medium) of de rechtse (“H” voor hoogste remwerking).
























conclusie
Deze Quick 5001 is het ultieme eindpunt van een lange ontwikkeling. Bij Dam stond “Made in Germany” zeer hoog in het vaandel, en er werd niet bespaard op kwaliteit en techniek. Er zijn zelfs twee versies voorzien: een “high speed” met 1/4 ratio, en een “power” met 1/2,5 ratio. Niet aarzelen als je een “power versie” op de kop kan tikken, want deze is eerder zeldzaam.
De wormaandrijving is extreem sterk en slijtvast. De slip is zowat de beste ooit. De anti retour is oersterk en vrijwel geluidloos. Hoe de lijn op de spoel ligt kan eenvoudig aangepast worden. De beugel is voorzien van een prima veiligheidsrem. De bouwkwaliteit is zeer degelijk. Conclusie: een hoogtepunt van Duitse “Old School” degelijkheid. En ook vandaag nog zeer bruikbaar, zowel met nylon als met Deenema.