
Geschiedenis
De vishaak is één van de oudste uitvindingen van de mens, en in musea vinden we exemplaren uit alle tijdperken en in tal van materialen. Opvallend is dat twee typen van haak altijd hebben bestaan: die met een verdikking/bledje (paletje) op de steel en die met een oog. Beide typen werden traditioneel bevestigd of geknoopt op de steel. Voor haken met een verdikking/bledje natuurlijk vanzelfsprekend, maar ook haken met een oog werden steevast op de steel geknoopt. Pas na de tweede wereldoorlog werd het courant om aan het oog zelf te knopen. Voor de bledhaken bevat dit artikel weinig nieuws. De meeste vissers gebruiken wel vaker haken met een bledje en kennen wel één of andere bledjesknoop. In dit artikel onderzoeken we wél welke bledknoop de beste is. Maar we onderzoeken ook welke de beste is voor haken met een oog en dit is voor de meeste vissers onbekend terrein. Maar niet onbelangrijk.
We staan immers voor een revolutie in de sportvisserij: de verplichting om voor bepaalde visserijen circle–haken te gebruiken! Is in de USA reeds enkele jaren in voege voor het bootvissen op bepaalde soorten, en nu ook verplicht voor het kantvissen op Striped Bass. Je kan er gif op innemen dat een Europees politicus dit tijdens een snoepreisje in de States oppikt en meebrengt om er hier mee uit te pakken. Is trouwens al bezig op bepaalde meren voor het karpervissen. Cirkel haken werken optimaal als ze op de steel geknoopt worden, vandaar dit artikeltje . De gebruikte namen zijn altijd een beetje relatief: steelknopen worden in het algemeen “snell” (Engels), “noeud à palette” (Frans) of “bledjesknoop” (Nederlands) genoemd.

De beste resultaten worden bereikt met circles met recht oog, dus niet opstaand of neerstaand. Bij een recht oog moet de lijn altijd langs onder door het oog gevoerd worden! Dit heeft als effect dat de haak richting lijn geknikt staat, wat bij alle haaktypen zowel de penetratie als het vasthouden bevordert. Ook bij circles is dit effect in de praktijk afdoende bewezen.

DEEL 1.HAKEN MET PALETJE
Bij ons zijn bledhaken vooral populair in de kleine maten voor het zoetwatervissen op kleinere soorten. In de beroepsvisserij worden ze ook gebruikt in grote maten. We testen met Berkley Big Game nylon 25 pond treksterkte (reeël ong.12,5kg) en een klassieke Mustad Round Bend 4/0 haak met palet.

KNOOP N°1: KLASSIEKE BLEDKNOOP
Wereldwijd gebruikt en bekend onder tal van namen. Ook bij ons de meest courante bledknoop. Heeft maar één troef: is makkelijk te leggen. Qua resultaten echter zeer ondermaats. Dit is al lang geleden proefondervindelijk aangetoond, en het is vreemd dat hij nog steeds zo populair is. Een knoop om snel te vergeten.
BINDWIJZE: Het is opvallend dat de meeste steelknopen op dezelfde manier starten, nl met een eenvoudige lus langs de steel. We leggen de lus en klemmen deze vast aan de kant van het paletje. Nu wikkelen we met het losse eindje rond de lus en de haaksteel in de richting van de haakbocht. Als we voldoende slagen hebben stoppen we het eindje in de lus en trekken de knoop aan.




TEST N° | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | gemiddeld | % |
RESULTAAT | 7,25 | 6,52 | 7,12 | 6,42 | 7,43 | 6,94 | 56 |
CONCLUSIE: Helemaal in de lijn van vroegere testen. Afhankelijk van de dikte van de lijn, de gebruikte haak… geeft deze knoop typisch tussen de 55 en de 70% trekkracht. Veel meer moeten we echt niet verwachten.
KNOOP N°2: KLASSIEKE BLEDKNOOP variant
Deze leerde ik als kind van mijn vader. Lijkt sterk op de vorige, maar hier wikkelen we de slagen in de andere richting. De resultaten zijn wat beter dan bij knoop N°1, maar ook deze is niet aan te bevelen.
BINDWIJZE: we leggen de lus maar knijpen ze vast aan de bocht van de haak. Nu wikkelen we met het losse eind rond de steel in de richting van het bledje/paletje. Als we voldoende slagen hebben knijpen we met de andere hand aan de paletzijde, stoppen we het korte eindje in de lus en trekken aan. Zoals U merkt een soort halve bloedknoop, maar dan op de steel.



KNOOP N°3: UNI-KNOOP
Zeer oude knoop, destijds in de USA door Dupont ‘ontdekt’ en “Uni” knoop gedoopt. Uni voor universeel, want met de basisknoop zijn tal van verbindingen mogelijk. De Engelse vissers schrijven hem ten onrechte toe aan Richard Walker en noemen hem Grinner. Is zeer makkelijk aan te leren en geeft zeer goede resultaten. Kan ook in dikke lijn gelegd worden. Tevens de beste knoop om een onderlijntje aan een plastiek uithanger te bevestigen.
BINDWIJZE: ook hier starten we met een lus tegen de steel. Terwijl we de lus aan het paletje vastklemmen met de ene hand, wikkelen we het korte eind in de lus rond de steel. Mogen best veel slagen zijn: op een grote haak leg ik wel 10 slagen. Zorg dat de slagen mooi naast elkaar liggen, trek aan met losse eind. Schuif richting paletje en leg mooi op paletje voor je definitief vast trekt.



TEST N° | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | gemiddeld | % |
RESULTAAT | 7,14 | 9,9 | 11,24 | 11,02 | 8,96 | 9,65 | 77 |
CONCLUSIE: op zich zeer goede knoop, maar heeft soms neiging slecht op het paletje te schuiven en presteert dan minder.
KNOOP N°4: DE PROFESSIONELE KNOOP (‘nail knot’ etc)
In feite een ‘spijkerknoop/naaldknoop’ (“nail knot”) op de steel, en dat is trouwens een manier om hem te knopen. De nail knot is net als de Uni een universele knoop met tal van toepassingen. Kan op tal van manieren gelegd worden. Afhankelijk van de manier waarop de draad wordt terug gevoerd (duim, spijker….) heeft men een rij van namen bedacht, maar altijd zijn dit varianten van dezelfde knoop. Hier volgen 3 klassieke bindwijzen.
BINDWIJZE 1. Zoals bij de klassieke nail knot gebruiken we een spijker (of nog beter een buisje) om het losse eind onder de wikkelingen terug te schuiven. We leggen de lijn langs de steel, leggen het buisje er naast. We klemmen het buisje en de lijn tegen de steel en wikkelen het korte eind rond het buisje en de steel in de richting van het paletje. Als we aan het eind van het buisje zijn, stoppen we het korte eindje langs die zijde volledig door het buisje. Trek het buisje weg terwijl je alles op zijn plaats houdt, en ondertussen met de andere hand afwisselend aan de hoofdlijn en het korte eind trekken om de knoop aan te trekken. Belangrijk is dat de slagen mooi naast elkaar blijven zitten. De spijkerknoop heeft in de loop der jaren tientallen verschillende namen gekregen, al naar gelang het gebruikte hulpmiddel om het losse eindje onder de slagen terug te brengen (spijker, hulp-lus, duim, buisje, naald, enz…), of de manier waarop de slagen gelegd worden.





BINDWIJZE 2. De meeste vissers leggen zonder buisje. Ook hier starten we met een lus, maar laten we het korte eind tegen de haaksteel liggen en wikkelen we met de lus om de steel heen. De snelste manier is met twee (of drie) vingers in de lus al ronddraaiend de slagen leggen. Moeilijk uit te leggen, je vindt op YouTube tutorials. Dat is de manier waarop professionele onderlijn-makers hem leggen. Is niet zo makkelijk en vraagt toch wel echt oefening, maar als je hem één maal in de vingers hebt gaat het zeer snel. Kers op de taart: hij ziet er heel mooi uit, kan ook in dikke lijn gelegd worden, en is zeer sterk. Is ook compleet symmetrisch: langs elke zijde even sterk, dus zeer geschikt voor tandemhaken. De volgende foto’s zijn met een haak met oog, maar is zelfde techniek voor bledhaak.










BINDWIJZE 3. Bij gebruik van dikke en stugge lijnen is het handig je duim als hulpmiddel te gebruiken. Vandaar de benaming “thumb knot” voor deze bindwijze. In dikke lijnen leggen we minder slagen dan normaal.






Welke bindwijze je ook kiest, je zal kunnen rekenen op prima prestaties, want dit gewoonweg een van de allerbeste knopen.
TEST N° | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | gemiddeld | % |
RESULTAAT | 10,88 | 12,24+ | 10,20 | 12,40+ | 12,23+ | 11,60 | 93 |
CONCLUSIE: de cijfers spreken voor zich. Ook bij deze uitkijken dat de knoop mooi centraal op het paletje ligt voor we definitief aantrekken
DEEL 2. HAKEN MET OOG
Haken met oog bestaan in drie grote families: met recht, opstaand of neerstaand oog. Alle drie hebben hetzelfde probleem als we op de steel knopen: insnijding van de lijn. Dit doet zich voor op de plaats waar het oog tegen de steel komt. Bij sommige haken zien we een echte spleet op deze plek, bij andere sluit het oog mooi tegen de steel. Maar ervaring leert dat zelfs zeer mooi gefabriceerde ooghaken met de meeste knopen toch insnijden. Ik heb in de loop der jaren tientallen haken van diverse fabrikanten getest met al de steelknopen die mij bekend zijn, en de resultaten zijn ontluisterend. Er zijn slechts enkele knopen die constant goed presteren met zowat alle geteste haken. Al de andere knopen presteren zeer onregelmatig, om niet te zeggen compleet ondermaats. We testen elke knoop met verschillende haken.


KNOOP N°1: de UNI-KNOOP
De Uni knoop wordt vaak op het internet/YouTube aangeprezen als dé knoop voor een “snell” op een haak met oog. Ik vermoed dat hier héél veel geplagieerd wordt zonder de minste controle, want deze knoop is met de meeste ooghaken die ik testte waardeloos.
BINDWIJZE: zoals boven uitgelegd
TEST N° | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | gemiddeld | % |
RESULTAAT | 5,26 | 5,24 | 5,15 | 5,00 | 6,12 | 5,35 | 43 |
KNOOP N°2: DE PROFESSIONELE KNOOP
Hier zien we duidelijk dat de bindwijze een enorme invloed kan hebben op het resultaat. We kunnen bij steelknopen de ‘slagen’ rond de steel namelijk links (tegen de klok) of rechts (met klok mee) wikkelen. (Hierbij van de bocht naar het oog kijkend, punt naar beneden) Bij bledhaken heeft dit geen belang, maar bij haken met oog moeten we in de juiste richting wikkelen!! Heeft alles te maken met het feit dat het spleetje van het oog links of rechts tegen de steel zit.
BINDWIJZE 1



TEST N° | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | gemiddeld | % |
RESULTAAT | 11,2 | 11,76 | 10,54 | 12,03 | 11,86 | 11,47 | 91 |

TEST N° | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | gemiddeld | % |
RESULTAAT | 3,30 | 5,40 | 5,20 | 3,56 | 4,95 | 4,48 | 36 |
BINDWIJZE 2










KNOOP N°3: de PROFESSIONELE knoop met extra doorhaal (“Power Snell”)
Deze wordt door Mustad de “Power Snell” genoemd, en door hen aanbevolen als steelknoop. Het argument is dat het extra doorhalen van het losse eind (de ’tag’ in Engels) het spleetje bedekt en zo insnijding voorkomt. Helpt ongetwijfeld, maar ook bij deze power snell is de juiste wikkelrichting bepalend voor het resultaat. Toen ik hem destijds voor het eerst ging testen was ik ontgoocheld: zéér slechte resultaten met mijn ‘linkse’ manier van draaien. Tot ik ontdekte dat de richting ook hier echt het verschil maakt. En indien correct gelegd zijn de resultaten met de meeste haken toch wel echt goed.
BINDWIJZE:
We kunnen in principe alle technieken gebruiken van de professionele snell, met 1 belangrijke aanvulling: het losse eind wordt opnieuw door het oog gevoerd voor we de knoop binden.





RESULTAAT: De resultaten zijn even goed als bij de gewone versie. De power versie geeft wel extra zekerheid tegen doorschuren op het spleetje.
KNOOP N°4: AUSTRALISCHE SNELL (“Simple snell”,”Knotless knot”)
Deze knoop is in Australië en Nieuw Zeeland al sedert generaties gekend en alom gebruikt. Toen ik hem destijds leerde kennen was dit voor mij een openbaring: zo simpel én toch bijzonder sterk. Later zag ik deze knoop in Europa opduiken bij de karpervissers onder de naam ‘knotless knot’. What’s in a name… Presteert zeer goed met de meeste haken, en heeft maar 1 nadeel: je kan hem enkel knopen in een apart eind lijn.
BINDWIJZE:







TEST N° | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | gemiddeld | % |
RESULTAAT | 9,80 | 12,30 | 11,42 | 12,40 | 11,70 | 11,52 | 92 |
KNOOP N°5: SILLY SNELL verbeterd/improved
Ook deze is een klassieker “down under”, maar in tegenstelling tot de vorige nog niet echt bekend bij de Europese en Amerikaanse sportvissers. De verbetering bestaat in het leggen van extra onderwikkels. Normaal wordt er 1 onderwikkel gelegd, maar ik heb ondervonden dat extra onderwikkels toch wel meer zekerheid geven.
BINDWIJZE:






TEST N° | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | gemiddeld | % |
RESULTAAT | 11,30 | 10,22 | 10,82 | 10,80 | 11,60 | 10,94 | 87,5 |
EINDCONCLUSIE: Voor haken met oog gebruik ik persoonlijk altijd de verbeterde silly snell. Is makkelijk te leggen en geeft zeer goede resultaten. De power-snell en de Australische snell zijn even sterk, maar de power snell is wat moeilijker te leggen, terwijl de Australische enkel in een los eind gelegd kan worden.